Riet de Jong Art Breda 2019

TERUG ART BREDA

Voordat de beeldhouwkunst haar relatief laat in een stevige greep kreeg, had Riet de Jong (1946-2008) al jaren met veel plezier gewerkt als verpleegster, doktersassistente en maatschappelijk werkster. Het is daarom niet verwonderlijk dat ook in haar beelden de mens centraal staat en de dramatiek van het leven vaak een belangrijke rol speelt.

Pretentieloos begonnen op een zomerse cursus, wijdde zij zich al snel met volledige overgave aan het beeldhouwen. Zij verdiepte zich grondig in de vele facetten van het vak en stak overal waar ze dacht iets te kunnen leren haar licht op. Vooral het werk van Rodin en Giacometti maakte op haar een onuitwisbare indruk en bleef een bron van inspiratie.

Aanvankelijk werkte Riet zowel in steen als in brons, maar zij legde zich uiteindelijk toe op het laatste materiaal. Vanaf het begin was er een vruchtbare samenwerking tussen Riet en bronsgieter Raymond Spier van Studio ‘LEMAREZ’ in Ridderkerk. In nauw overleg werd elk beeld door hem en zijn medewerkers met groot vakmanschap gegoten en gepatineerd.

In nog geen 12 jaar tijd maakte zij ruim 140 beelden die de zware toets van haar eigen kritiek konden doorstaan. Aan die krachtige en gracieuze beelden ging meestal maar één snel piepklein schetsje vooraf. Een directe aanleiding om aan een nieuw beeld te beginnen kon eigenlijk van alles zijn: de lichaamshouding van een argeloze voorbijganger, een foto in een krant of tijdschrift, iets in haar privé-leven. De constante factor in het hele proces was muziek. Altijd werd er gewerkt onder de bezielende klanken van haar favoriete componisten. Bach is figuurlijk gesproken getuige geweest van het ontstaan van menig beeld.

De vier beelden die Riet helaas niet meer heeft kunnen afmaken, zijn na haar overlijden toch éénmaal gegoten. In die gevallen is aan de titel “onvoltooid” toegevoegd. Opvallend is overigens dat Riet bijna al haar beelden zeer neutrale titels heeft gegeven. Niets mocht een vrije interpretatie in de weg staan. Zo bleef zij ook als persoon liever op de achtergrond, in de hoop dat haar beelden zélf genoeg zouden vertellen. Dat doen ze en zullen ze ongetwijfeld blijven doen.